Het betreden van andermans grond is in principe toegestaan, tenzij deze grond is afgesloten, er schade ontstaat, of door de eigenaar kenbaar wordt gemaakt dat het betreden verboden is (Nieuw Burgerlijk Wetboek: Boek 5, titel 3, artikel 22). Het kenbaar maken van een verbod om zich op zijn erf te bevinden kan de eigenaar persoonlijk (mondeling) doen, maar ook door het plaatsen van bordjes. Hij kan zich daarbij beroepen op artikel 461 van het Wetboek van Strafrecht, en wel op elk moment. Zo kan het gebeuren dat je op een pad, waar je gisteren nog gewoon mocht lopen, vandaag niet meer welkom bent..... Er zijn twee begrippen die van belang zijn voor wandelaars: toegankelijkheid en openbaarheid. Toegankelijkheid betekent dat toegang in de praktijk mogelijk is, dus niet belemmerd door obstakels of bordjes. In theorie (op kaarten en in registers) kan zo'n pad misschien wel niet bestaan, maar als wandelaar kun je er gewoon lopen. Een openbare weg is een weg (of pad) die geregistreerd staat in de wegenlegger. Iedereen mag er dan gebruik van maken. Er kunnen wel beperkingen zijn voor bepaalde verkeerssoorten (bijv. voor voetgangers op autowegen of fietsers op voetpaden). Anders dan op grond van zulke verkeersdoelen is het strafbaar om een openbare weg af te sluiten. De wegenlegger is een register waarin alle openbare paden staan vermeld. De Wegenwet draagt het opmaken en bijhouden van wegenleggers aan de gemeenten op. Ze bevatten (volgens art. 49 Wegenwet) een overzicht van alle openbare wegen buiten de bebouwde kom. Er staat in wie de beheerder, onderhoudsplichtige en eigenaar is van de weg (art. 30 Wegenwet). Het is mogelijk dat een eigenaar een openbaar pad toch afsluit. Het pad staat dan in de wegenlegger en de eigenaar is verplicht het pad open te houden. De afsluiting is illegaal en er is sprake van een onrechtmatige daad. Je kunt de politie bellen en vragen de afsluiting op te heffen. Als de politie niet wil optreden kun je Burgemeester en Wethouders vragen om met bestuursdwang de Wegenwet toe te passen. Weigeren zij dit, dan kan een bezwaarschrift daartegen worden ingediend. Andere mogelijkheden zijn, als er reden is om aan de juistheid van de afsluiting te twijfelen: - je laten bekeuren: de bekeuring niet betalen om de (kanton)rechter een uitspraak te laten doen in de zaak. - een civiele procedure starten wegens geleden schade door de afsluiting (wat natuurlijk niet makkelijk is aan te tonen), en daarbij op straffe van een dwangsom openstelling eisen van de eigenaar/beheerder.

Blauw bord met "Verboden toegang artikel 461 Wetboek van Strafrecht (WvS)"
Met dit bord geeft de eigenaar of beheerder aan dat het pad (of gebied) niet betreden mag worden door buitenstaanders. Je kunt aan de eigenaar vragen of je er toch door kan (je wilt er immers toch niet blijven). Als hij zegt dat dit niet mag dan behoor je om te lopen. Schending van artikel 461 van het WvS is geen misdrijf maar een overtreding. Dit betekent dat een bekeuring van ten hoogste euro 250,-, maar in de praktijk altijd tussen euro. 5,- en euro 20,-.

Bord met "Eigen weg"
Dit bord geeft aan dat de weg niet-openbaar is, maar dat de eigenaar het gebruik van de weg of het pad toestaat. Dit bord voorkomt dat de weg na 30 jaar door verjaring openbaar kan worden. Op elk moment kan de eigenaar het pad weer afsluiten.

Bord met "Stiltegebied"
Hier mag je door lopen, zolang er verder geen bord "verboden toegang" bij staat. Je wordt wel geacht je rustig te gedragen.

Bord met "Rustgebied voor het wild"
Het gebied is toegankelijk voor wandelaars. Soms zijn de borden geplaatst door jachtcombinaties, zij beheren de wildstand van het gebied (fokken, bijvoeren en afschieten). Als er een bord 'verboden toegang' bij staat hebben wandelaars geen toegang; het rustgebied is dan het hele jaar afgesloten. Bij twijfel over de juistheid van de afsluiting kun je eerst informeren bij de terreinbeheerder; als deze niet bekend is, weten ze dat waarschijnlijk wel op het gemeentehuis.

Bord met "Opengesteld..."
Op deze borden staat vaak dat er vrije wandeling mogelijk is op wegen en paden, tussen zonsopgang en zonsondergang en onder andere, met name genoemde voorwaarden. De terreinen, waar deze borden staan, zijn vaak particulier eigendom. De eigenaar of beheerder krijgt geld voor het openstellen van zijn terrein. De toegankelijkheid voor wandelaars is vastgelegd in bepaalde regelingen of beheersplannen. De bron hiervan kan zijn: de Natuurschoonwet, de Natuurbeschermingswet of de Functiebeloning bos- en natuurterreinen. In bepaalde tijden van het jaar zijn sommige natuurgebieden afgesloten. Gebieden kunnen afgesloten zijn in de broedtijd (voor vogels), dit is ongeveer van 15 april tot 1 juni; in de bronsttijd (voor o.a herten en reeën), meestal in augustus of september; en t.b.v. zomer- en wintergasten (dieren die hier in de zomer of winter tijdelijk logeren). Terreinbeheerders die actief zijn op dit gebied, zoals Natuurmonumenten, Staatsbosbeheer en de Provinciale Landschappen, hanteren verschillende regels en data. Op borden aan de rand van het gebied horen deze duidelijk aangegeven te zijn. De rest van het jaar kun je er wel lopen als je je aan de overige aangegeven regels houdt.

Bord met "Betreden op eigen risico"
Dit bord is er door de eigenaar neergezet om te voorkomen dat je schade, die je oploopt bij het gebruik van het pad, op hem verhaalt. Je mag er wel gewoon lopen. Loop je schade op door het betreden van zo'n pad (of gebied), dan kan de eigenaar zich niet aan zijn aansprakelijkheid onttrekken als hij nalatig is geweest in bijvoorbeeld onderhoud of het aangeven van een bepaald gebrek.

Zelfgemaakte borden
Teksten op deze borden kunnen ondermeer zijn: 'privé, eigen weg, geen wandelaars, of verboden te lopen'. De eigenaar of beheerder geeft met de borden aan dat het pad of de weg niet-openbaar is. Het hangt van de tekst op de borden af of je er wel of niet mag lopen. Staat er "eigen weg", dan is de weg wel toegankelijk. Staat er "privé" op een bord dan heeft dit, juridisch gesproken, dezelfde betekenis als een hek: een afbakening waar onbevoegden buiten moeten blijven. Alle andere teksten betekenen waarschijnlijk ook dat je er niet mag lopen. Deze borden komen steeds meer voor. Deze borden kunnen ook verjaring voorkomen.

Behalve allerlei borden kom je tijdens wandelingen ook vaak markeringen of gekleurde paaltjes tegen. Deze geven het verloop van een bepaalde route weer. Bij gemarkeerde wandelroutes zijn de knelpunten bijna altijd al opgelost door de makers van de routes. De belangrijkste markeringen die je tegen kunt komen zijn:

Wit-rode strepen
Dit betekent dat de weg of het pad onderdeel is van een lange-afstand-wandelpad (LAW). De LAW's zijn in principe ontworpen voor het maken van meerdaagse tochten, waar je eventueel een hele vakantie aan kunt besteden. Maar de meeste LAW's zijn ook heel geschikt om in gedeelten te lopen: een weekend, een dag of een dagdeel. Ze worden uitgezet en beheerd door de Stichting Wandelplatform-LAW en het NIVON. Beide organisaties geven gidsen uit, waarin de route is beschreven en ingetekend op topografische kaarten. Daarnaast zijn er ook boeken waarin de lange-afstand-wandelingen beschreven worden. Deze gidsen zijn te koop bij de organisaties, de ANWB of gespecialiseerde boekhandels. Deze methode van bewegwijzering wordt ook in België, Frankrijk en enkele andere Europese landen toegepast. De paden vormen namelijk een onderdeel van een Europees netwerk.

Wit-rode strepen met NS-logo
Dit zijn NS-wandelingen. Er zijn ruim 40 één- en tweedaagse wandelingen van station naar station. De NS-wandelingen zijn 10 tot 25 km lang en volgen een gedeelte van een LAW. Op het station koop je een Rail Idee Wandeltocht (beschrijving inclusief routekaartje). Meer informatie over deze wandelingen vindt je in de gids "Er-Op-Uit", verkrijgbaar aan het NS-Loket.

Geel-rode strepen
Dit betekent dat de weg of het pad onderdeel is van een streekpad. Deze paden zijn ook uitgezet door de SLAW en het Nivon. Streekpaden zijn meerdaagse rondwandelingen, die binnen één karakteristieke streek blijven. Ze zijn over het algemeen ook minder lang dan de doorgaande LAW's, zodat ze zich goed lenen voor een korte vakantie. Informatie over deze streekpaden is te verkrijgen bij de Stichting Wandelplatform-LAW Het NIVON, de ANWB, de VVV's en gespecialiseerde boekhandels.

Geel-blauwe strepen
De geel-blauw gemarkeerde paden zijn paden uitgezet door de Nederlands Wandelsport Bond. Zij beginnen vaak bij NS-stations. Voor een deel zijn het ook LAW's. Informatie over deze wandelingen is te verkrijgen bij de Nederlandse Wandelsport Bond.

Paaltjesroutes
In tal van gebieden zijn gemarkeerde wandelroutes uitgezet. Deze routes zijn meestal aangegeven door paaltjes met een gekleurde kop. In het algemeen gaat het om -rondwandelingen vanaf parkeerplaatsen aan de rand van het gebied. Je komt dus weer op het beginpunt uit. De wandelingen duren meestal 1 à 2 uur.

Als een weg of een pad niet is afgesloten door een hek of iets anders, en er is ook geen bord zichtbaar, mag je er gewoon op. Er is dan sprake van een toegankelijke weg, maar hij hoeft niet openbaar te zijn. Er is sprake van een openbare weg of pad als deze: - vermeld is in de gemeentelijke wegenlegger (zie paragraaf 2), of - 30 jaar achtereen toegankelijk is geweest, zonder borden "verboden toegang" of "eigen weg", of: - 10 jaar achtereen toegankelijk is geweest en tevens gedurende die tijd is onderhouden door het Rijk, een provincie, een gemeente of een waterschap, zonder dezelfde borden. Door het gebruiken van een nog niet openbaar pad kun je er dus aan meewerken dat dit openbaar wordt; of dat een al openbaar pad openbaar blijft, want bij niet-gebruik kan een pad ook na 30 jaar aan de openbaarheid worden onttrokken. Vervalt de openbare status van een pad (door verjaring of door een gemeenteraadsbesluit), dan is het mogelijk om bezwaar te maken. Daarbij spelen getuigenverklaringen een belangrijke rol.

Paden langs spoorwegen
Volgens de Spoorwegwet is het in alle gevallen verboden over een pad naast het spoor te lopen. Dit pad is bedoeld voor spooronderhoud en noodgevallen.

Er is een obstakel op een pad
Een (hoog) hek, prikkeldraad of slagboom kan bedoeld zijn als afsluiting van een terrein, of minstens als afbakening, wat volgens het Nieuw Burgerlijk Wetboek dezelfde betekenis heeft. -Je kunt aan de eigenaar vragen of je door mag lopen. Zegt hij nee, dan moet je omlopen. Heb je het idee dat de afsluiting onrechtmatig is, noteer dan (eventueel op een routekaartje) om welk pad en welke boerderij of huis het gaat. Thuisgekomen kun je het Kruispunt Voetpaden inlichten over de toestand of zelf actie gaan ondernemen. Een hek, prikkeldraad of slagboom kan ook bedoeld zijn als veewering. Kom je zo'n afsluiting tegen (vaak ergens midden op een route), dan mag je doorlopen. Als een hek of draad opengemaakt moet worden, wees er dan zeker van dat het ook weer gesloten wordt.

Pad loopt langs een erf en er is geen bord zichtbaar
Komt een pad langs een erf dat niet is afgesloten met een hek of een bord, dan is het mogelijk om door te lopen. Het is beleefd om aan de boer of de eigenaar, als deze in zicht is, te vragen of je mag passeren. Gebruik zonodig argumenten waarom je daar wandelt en zeg dat je de hekken zult sluiten.

Pad loopt langs een erf en er is een bord of hek zichtbaar
Komt een pad langs een erf dat is afgesloten met een hek of een bord dan kun je toch vragen om door te lopen. Mag het niet, leg dan je bedoeling (dóórlopen) nog eens rustig uit. Als je met een groep pal langs een boerderij of huis moet, stuur dan zo mogelijk een verkenner vooruit: Deze kijkt of er iemand thuis is en vraagt of je mag passeren. Probeer dan om het erf als groep in een keer te passeren. Op deze manier veroorzaak je de minste overlast en zorg je ervoor dat de volgende keer weer wandelaars kunnen passeren. Bij het betreden van een afgebakend gebied (of erf) kun je als wandelaar te maken krijgen met een eigenaar of beheerder van een terrein. Vraag dan altijd of je er langs mag, maak zonodig duidelijk dat je niet komt om zomaar te struinen of te (ver)storen, maar om door te lopen. Als de eigenaar moeilijk blijft doen, vraag dan naar alternatieven. In het uiterste geval zul je toch terug moeten.

Boze eigenaren en beheerders
Soms kun je bij het betreden van een pad of gebied te maken krijgen met eigenaren en beheerders die boos zijn. Probeer ze weer rustig te krijgen, blijf zelf rustig en zo beleefd mogelijk. Als je niet door mag lopen, vraag dan naar argumenten voor het verbod. Leg uit dat jouw manier van wandelen niet verstorend of schadelijk is, maar rustig en vriendelijk voor natuur en landschap.- Toon interesse en heb begrip voor de kwetsbaarheid van het gebied. Als de tegenargumenten overtuigend zijn, zoek dan een andere route. Als redelijk overleg niet helpt maak dan een omweg. Als je het doorloopverbod in het zicht van de eigenaar negeert kan deze je aanhouden (niet arresteren). Hij mag geen geweld gebruiken. Dus hij moet de politie bellen om je daadwerkelijk te verwijderen. Een jachtopziener of boswachter heeft niet meer bevoegdheden dan een eigenaar of een beheerder van een gebied, ook al ziet zijn uniform er indrukwekkend uit. Je kunt echter ook te maken krijgen met een BOA: een buitengewone opsporingsambtenaar, een soort politie met beperkte bevoegdheden. Jachtopzieners en boswachters kunnen deze status, met opsporingsbevoegdheden, krijgen na een speciale opleiding. Zij mogen dan iemand 'staande houden' om naar zijn naam te vragen. 'Staande houden' betekent niet vragen stil te staan, maar vastgrijpen door bijvoorbeeld een hand op je schouder te leggen. Je mag je tegen dit staande houden niet verzetten. Je mag wel weigeren je naam te noemen. Na vraag en antwoord is het 'staande houden' beëindigd. Ze mogen ook iemand aanhouden en een proces verbaal uitschrijven. Fouilleren of een wapen of geweld gebruiken mag een BOA niet, dat is voorbehouden aan de politie. Slechts in bijzondere gevallen kan een BOA ook politiebevoegdheden krijgen. Daarvoor moet deze dan een politiepenning kunnen tonen. Een BOA is in elk geval verplicht zich te legitimeren. Zonder legitimatie heeft hij geen recht om als BOA te handelen. Dus vraag om legitimatie en noteer de gegevens van het legitimatiebewijs

Geen pad
Als er geen pad is en je wilt toch ergens lopen, dan ben je aan het struinen. Het ligt alleen voor de hand om dit te doen als je weet of vermoedt dat verderop een pad ligt, zodat de route vervolgd kan worden. In sommige natuurgebieden is het toegestaan om je buiten de paden te begeven, maar meestal geven de toegangsbordjes aan dat dit niet mag. Overtreding kan dan tot een bekeuring leiden.- Akkers en tuinen kunnen bezaaid, bepoot of beplant zijn (of daarvoor gereed zijn gemaakt). Loop je er toch overheen, dan kan de beplanting beschadigd raken. Pas bewerkte grond wordt door het belopen aangestampt en moet dan opnieuw bewerkt worden. Het is dan ook strafbaar om eroverheen te lopen. Van mei tot en met oktober is het ook strafbaar om over wei- of hooiland te lopen. Je kan gestraft worden met een geldboete van de eerste categorie, dit is een boete tot maximaal euro 250,-, maar in de praktijk altijd tussen euro 5,- en euro 20,-. Loop daarom altijd langs de rand of langs een sloot, ook al betekent dat een omweg, en beschadig niets.

Onduidelijk pad
Soms is er geen duidelijk pad, maar iets dat er op lijkt. Als er langere tijd weinig mensen overheen hebben gelopen is een pad vaak niet goed zichtbaar meer. Een voorbeeld hiervan is de grasdijk. Als er aan het begin geen bord of een hek staat kan deze betreden worden. De hekken, vooral die zonder prikkeldraad, zijn meestal bedoeld als veewering. De beste plek om te lopen is op de kruin, dus bovenop de dijk. Zijn er ook schapen op de grasdijk, maak deze dan niet aan het schrikken. Vooral met een hond moet je hiervoor oppassen: houd deze dus aan de lijn. Geef de schapen de ruimte om te passeren, het beste is dan om even naar beneden te lopen. Vooral met een grote groep is het belangrijk om de schapen niet in te sluiten.

Veel boeren, landeigenaren en terreinbeheerders willen geen wandelaars op hun land toelaten. Er zijn verschillende bezwaren mogelijk:

1. wandelaars beschadigen vaak hekken en afrasteringen, of ze laten ze openstaan
Sluit dus altijd hekken en afrasteringen achter je. Klim altijd aan de scharnierkant of bij een verticale paal over een hek: daar is het hek het stevigst. Klim altijd om de beurt over een hek en ga nooit op een draad staan. Kruip hier onderdoor of stap er overheen, maar beschadig de draad niet.

2. wandelaars verstoren het vee
Neem geen honden mee in weidegebieden met vee; maak liever een omweg. Als dat niet kan, houd dan de hond strak aan de lijn. Als er vee in weidegebieden staat, passeer dit dan op grote afstand; laat het niet schrikken en maak geen onverwachte bewegingen. Mocht er toch iets gebeuren, waarschuw dan altijd de eigenaar van het land.

3. wandelaars laten rommel achter en brengen ziektes over
Laat nooit afval achter, maar neem het mee naar huis. Doe dit ook met organisch afval dat ziektes kan veroorzaken. Vaak wordt beweerd dat wandelaars zelf ook ziektes over kunnen brengen, zoals leverbot en rotkreupel. Uit onderzoek is echter gebleken dat wandelaars leverbot (een wormziekte bij schapen) niet van het ene perceel naar het andere kunnen overbrengen. Er bestaat wel een klein risico van overbrengen van rotkreupel (klauwzeer bij schapen). Is er ergens rotkreupel geconstateerd dan worden er beperkende maatregelen ingesteld. Veel boeren houden zich overigens zelf niet aan deze maatregelen. Varkenspest is een heel ander verhaal. Wandelaars dienen de besmette gebieden te mijden als de pest. Van een verband tussen gekke koeienziekte en wandelaars is nog niets gebleken.

4. wandelaars verstoren de rust in stiltegebieden
Neem de stiltegebieden serieus en loop er op een rustige manier doorheen: zo heb je ook de meeste kans om dieren te zien.

5. wandelaars betreden kwetsbare gebieden
Ga geen kwetsbare gebied binnen als dat met een bord is aangeduid. Dit kan gelden voor het hele jaar of een gedeelte daarvan. Betreed geen met borden aangegeven vogelgebieden in het broedseizoen (meestal half april tot half juni) en natuurgebieden in de bronsttijd (augustus), of als er in een gebied bijzondere zomer- of wintergasten zitten.

6. wandelaars vertrappen wei- en bouwland
Loop nooit dwars over een akker of weiland; hij kan immers ingezaaid zijn, of je kan de grond of de gewassen schaden. Loop altijd langs de rand of langs een sloot, ook al betekent dit een omweg. Het is ook een vorm van beleefdheid om niet dwars over iemands bezit te lopen.

7. wandelaars schenden privacy
Als je over een erf wil lopen vraag dan (zo mogelijk) eerst toestemming van de eigenaar of bewoner. Gluur bij het passeren van woningen niet naar binnen.

8. wandelaars hebben vaak een grote mond als een eigenaar of beheerder aanmerkingen maakt
Blijf altijd beleefd en maak geen ruzie. Toon interesse in het bedrijf.

9. wandelaars hebben geen begrip of belangstelling voor de situatie van eigenaren en beheerders
Houd je als wandelaar aan de regels die de eigenaar of beheerder stelt voor zijn gebied, ook al ben je het er niet mee eens. Informeer eventueel naar de motivatie, maar vraag ondertussen ook naar andere zaken die met het bedrijf te maken hebben. Als de regels die de eigenaar of beheerder stelt nageleefd worden, dan zorg je ervoor dat ook in de toekomst het gebied voor wandelaars toegankelijk blijft.

Ontbreken van wandelroutes en verbindingen
Als er in een gebied weinig routes --zijn, of er ontbreken verbindingen (zoals een pontje), dan kun je overheden aansporen om de wandelmogelijkheden te verbeteren.- Daarbij kun je het Kruispunt Voetpaden inschakelen. Zo ook als de verbindingen met het openbaar vervoer slecht zijn, en je de busmaatschappijen wilt aansporen om de ontsluiting te verbeteren.

Verharding en verbreding van paden
Auto's en fietsers hebben in veel plaatsen in Nederland prioriteit boven wandelaars. Derhalve worden er veel onverharde paden geasfalteerd of verbreed, zodat je daar beter op kunt fietsen. Er wordt vaak geen aandacht geschonken aan de belangen van wandelaars. Bestaat er gevaar dat de weg verhard of verbreed wordt, dan biedt de Wet op de Ruimtelijke Ordening mogelijkheden om daar wat tegen te doen.

Verdwijning van wegen en paden
Paden zijn vaak verdwenen omdat grondbezitters of pachters deze bij hun land hebben getrokken (en ze eventueel hebben omgeploegd). Ken je een weg of pad in Nederland dat recentelijk afgesloten is (of in de toekomst afgesloten gaat worden), stuur dan een ingevuld meldformulier naar het Kruispunt Voetpaden. Dan kan dit uitzoeken of het om een openbaar pad gaat, of dat de eigenaar het recht had zich het pad toe te eigenen -.

Door de aanleg van grote infrastructurele werken kunnen wegen en paden verdwijnen en verbindingen kunnen door deze ingrepen verbroken worden. Voorbeelden: de Hoge Snelheidslijn, de Betuwelijn, de vijfde baan van Schiphol en verscheidene snelwegen in Nederland. Een landinrichtingsprocedure wordt vaak gebruikt om deze werken uit te voeren, maar kan ook worden aangewend bij compensatie van verloren gegane wandelmogelijkheden.

Afsluiting van bepaalde delen van natuurgebieden vindt plaats door eigenaren en beheerders die "rustverstoorders" willen weren. Dit heet zôneren, oftewel het afleiden van bezoekers van de kwetsbaarste gebieden. In dat geval heeft de afsluiting tenminste nog een goed (natuur)doel en kan het de waarde van het hele gebied zelfs verhogen. Of de (omvang van de) afsluiting van wegen en paden redelijk is, valt dus moeilijk in algemene termen te vangen.