NEMO BOUWT IJSVOGELWAND in de poel van de Braeck Nemo is bezig om in de Nemotuin en de schooltuinen ijsvogelwanden te bouwen. De eerste wand met 2 nesten is klaar. Verstopt in de bosjes ligt de verticale lemen wand in de Nemopoel. Gelukkig wordt de ijsvogel nog steeds gesignaleerd, ook in de poel, dus ze hebben zeker de winter overleefd. De 2e wand met de nesten wordt komende winter aangelegd, op het terrein van de schooltuinen, er loopt een direct pad naar toe vanaf de Nemotuin. Andreas, tevens de kok van de vrijdagmaaltijden en de Nemosoep op zondag, is ook nog eens specialist (geworden) in het bouwen van een IJsvogelwand. Op basis van boeken, artikelen, video's en adviseurs, zijn we aan de slag gegaan. De ijsvogel is één van de mooiste maar ook meest kwetsbare vogels van Nederland. Zijn moeizame overleving tijdens strenge winters en zijn specifieke broedwijze hebben deze soort meermalen met uitsterven bedreigd. De IJsvogel broedt uitsluitend in diep uitgegraven holen in steile oevers langs visrijk water. De wetenschappelijke naam van de ijsvogel is Alcedo atthis, dit betekent letterlijk : Halcyon uit Attica. Het was de naam voor een vogel die broedde op de toppen van de golven, voor deze vogel zouden de goden de wind en zee kalmeren. Attica staat waarschijnlijk voor een mooi landschap. Over de oorsprong van de nederlandse naam van de ijsvogel bestaan verschillende theorieën. Zo wordt wel beweerd dat de ijsvogel zijn naam kreeg omdat hij in de winter vaak gezien werd bij een wak in het ijs, om daar een visje te kunnen vangen als het overige water dichtgevroren was. Waarschijnlijker is dat de naam is afgeleid van het germaanse Eisenvogel, ofwel 'ijzeren vogel' wat slaat op het blauw van de rugveren van de ijsvogel. Later is deze naam verbasterd tot ijsvogel, waarschijnlijk in combinatie met de eerste theorie. IJs is echter de grootste vijand van deze mooie vogel, als het water dichtgevroren is kan hij geen visjes meer vangen, waardoor zijn vetreserves afnemen. De stuitklier waarmee hij zijn veren waterdicht houdt, gaat dan minder goed werken. Hierdoor zullen uiteindelijk zijn veren teveel water opnemen bij een duik in het ijskoude water. In een strenge winter sterven dan ook veel ijsvogels, het aantal kan dan met meer dan de helft teruglopen. De ijsvogel valt op door zijn opvallende kleuren, de borst is oranje tot roestbruin, de rug is prachtig blauw, met in het midden een lichtblauwe, bijna fluorescerende streep, die hem een aantal schitterende bijnamen heeft gegeven zoals de vliegende edelsteen. Ondanks deze opvallende kleuren is het toch vaak moeilijk een ijsvogel te ontdekken als hij niet in het volle zonlicht zit, hierdoor kan namelijk de blauwe kleur vrijwel wegvallen. Zijn oranje/bruine borst maken hem vanaf de voorkant moeilijk zichtbaar in de herfst, als hij tussen de bruine bladeren op een takje naar een visje loert. Een volwassen exemplaar is iets kleiner dan een spreeuw en meet van kop tot staart ongeveer 16 tot 17 cm. Wat opvalt is een relatief grote snavel, tussen de 3,5 en 4,5 cm. Het gewicht van een ijsvogel varieert van 36 tot 42 gram, dit is mede afhankelijk van de conditie van de vogel. Zijn staartje is zeer kort en is bijna niet als staart herkenbaar, toch is een ijsvogel een zeer behendige vlieger, die met een snelheid van wel 50 km/uur tussen de bomen door schiet.
NEMO BOUWT IJSVOGELWAND
in de poel van de Braeck
Nemo is bezig om in de Nemotuin en de schooltuinen ijsvogelwanden te bouwen. De eerste wand met 2 nesten is klaar. Verstopt in de bosjes ligt de verticale lemen wand in de Nemopoel. Gelukkig wordt de ijsvogel nog steeds gesignaleerd, ook in de poel, dus ze hebben zeker de winter overleefd. De 2e wand met de nesten wordt komende winter aangelegd, op het terrein van de schooltuinen, er loopt een direct pad naar toe vanaf de Nemotuin. Andreas, tevens de kok van de vrijdagmaaltijden en de Nemosoep op zondag, is ook nog eens specialist (geworden) in het bouwen van een IJsvogelwand. Op basis van boeken, artikelen, video's en adviseurs, zijn we aan de slag gegaan. De ijsvogel is één van de mooiste maar ook meest kwetsbare vogels van Nederland. Zijn moeizame overleving tijdens strenge winters en zijn specifieke broedwijze hebben deze soort meermalen met uitsterven bedreigd. De IJsvogel broedt uitsluitend in diep uitgegraven holen in steile oevers langs visrijk water. De wetenschappelijke naam van de ijsvogel is Alcedo atthis, dit betekent letterlijk : Halcyon uit Attica. Het was de naam voor een vogel die broedde op de toppen van de golven, voor deze vogel zouden de goden de wind en zee kalmeren. Attica staat waarschijnlijk voor een mooi landschap. Over de oorsprong van de nederlandse naam van de ijsvogel bestaan verschillende theorieën. Zo wordt wel beweerd dat de ijsvogel zijn naam kreeg omdat hij in de winter vaak gezien werd bij een wak in het ijs, om daar een visje te kunnen vangen als het overige water dichtgevroren was. Waarschijnlijker is dat de naam is afgeleid van het germaanse Eisenvogel, ofwel 'ijzeren vogel' wat slaat op het blauw van de rugveren van de ijsvogel. Later is deze naam verbasterd tot ijsvogel, waarschijnlijk in combinatie met de eerste theorie. IJs is echter de grootste vijand van deze mooie vogel, als het water dichtgevroren is kan hij geen visjes meer vangen, waardoor zijn vetreserves afnemen. De stuitklier waarmee hij zijn veren waterdicht houdt, gaat dan minder goed werken. Hierdoor zullen uiteindelijk zijn veren teveel water opnemen bij een duik in het ijskoude water. In een strenge winter sterven dan ook veel ijsvogels, het aantal kan dan met meer dan de helft teruglopen. De ijsvogel valt op door zijn opvallende kleuren, de borst is oranje tot roestbruin, de rug is prachtig blauw, met in het midden een lichtblauwe, bijna fluorescerende streep, die hem een aantal schitterende bijnamen heeft gegeven zoals de vliegende edelsteen. Ondanks deze opvallende kleuren is het toch vaak moeilijk een ijsvogel te ontdekken als hij niet in het volle zonlicht zit, hierdoor kan namelijk de blauwe kleur vrijwel wegvallen. Zijn oranje/bruine borst maken hem vanaf de voorkant moeilijk zichtbaar in de herfst, als hij tussen de bruine bladeren op een takje naar een visje loert. Een volwassen exemplaar is iets kleiner dan een spreeuw en meet van kop tot staart ongeveer 16 tot 17 cm. Wat opvalt is een relatief grote snavel, tussen de 3,5 en 4,5 cm. Het gewicht van een ijsvogel varieert van 36 tot 42 gram, dit is mede afhankelijk van de conditie van de vogel. Zijn staartje is zeer kort en is bijna niet als staart herkenbaar, toch is een ijsvogel een zeer behendige vlieger, die met een snelheid van wel 50 km/uur tussen de bomen door schiet.